Erasmus is een zeer belangrijk en terecht wereldvermaard denker, die een belangrijk deel van zijn leven in de Nederlanden en Brussel doorbracht. Erasmus leefde in een tijd die een scharnier vormde tussen de middeleeuwen en de renaissance. Er stonden grote veranderingen te gebeuren in Europa. Normen en waarden werden in twijfel getrokken. Nieuwe idealen kwamen naar voor. Tijdens Erasmus’ leven maakte de boekdrukkunst opgang, met alle mogelijkheden van dien voor het verspreiden van ideeën en bevindingen. Columbus ontdekte de Nieuwe Wereld, Europa stuurde verkenners en avonturiers over de wereldzeeën. De kunst en de wetenschappen beleefden hoogtepunten. Toch was het leven niet altijd even prettig. Het was een beroerde tijd. Oorlogen en de pest veroorzaakten een hoog sterftecijfer. Een menselijk leven was kort en niet veel waard. Kortom, een tijd van verandering, met alle bijhorende verwarring en angst. Een boeiende geschiedenis met actuele trekjes.
Desiderius Erasmus (ca.1466-1536) werd geboren op 27 oktober en vermoedelijk in Rotterdam. Hij was een onwettig kind. In die tijd sprak men van een ‘defectus natalis’ (geboortedefect). Zijn vader was een priester in Gouda en zijn moeder dochter van een geneesheer. Erasmus volgde les op verschillende plaatsen in Nederland, en trad in het klooster, waar hij tot priester werd gewijd. Hij kreeg toelating een theologieopleiding te volgen in Parijs. In die periode reisde hij ook naar Engeland. Na een verblijf in Italie verstigde hij zich in de Nederlanden. In Leuven richtte hij het Collegium Trilingue op, waar door grondige studie van Latijn, Grieks en Hebreeuws onder meer gestreefd werd naar een correcte vertaling van de bijbel. Hij had sympathie voor de kritieken van Luther op de Katholieke Kerk, maar volgde hem niet in zijn radicalisme. Belangrijk was Erasmus’ kritiek op de Vulgaat, de toenmalig gangbare versie van de Bijbel, zijn baanbrekend werk om tot een correctere vertaling van het Nieuwe Testament te komen. Dit werd hem niet in dank afgenomen door de Roomse autoriteiten. Erasmus onderhield een drukke briefwisseling met geestesgenoten. De laatste jaren van zijn leven bracht Erasmus voornamelijk door in Basel, waar hij in 1536 overlijdt.
Tot op vandaag is Erasmus bekend door zijn ‘Lof der Zotheid’. Het is een satire in het Latijn, gepubliceerd te Parijs in 1511. Erasmus schreef het werk in Engeland bij zijn vriend Thomas More, nadat hij was teruggekeerd van een reis naar Italië. In het boek stelt de Zotheid (Stultitia), die samen met haar vijf dochters over de wereld heerst, allerlei menselijke dwaasheden aan de kaak. Kerkelijke autoriteiten maar ook kooplieden, vorsten en wetenschappers worden bekritiseerd. Erasmus laat zich als humanist uit over geleerdheid en opvoeding, oorlog en vrede en kerk en kunst.
“Lof der Zotheid” is een kritiek op alle vormen van menselijke dwaasheden en sommigen beschouwen het als een voorloper van de reformatie.